Voor mij moet risotto sappig en smeuïg zijn. Je mag hem zeker niet in een torentje kunnen presenteren. Als je ook van deze versie houdt, is het dus belangrijk dat je veel roert en de bouillon beetje bij beetje toevoegt. Zo komt er veel zetmeel uit de rijstkorrel en krijg je deze kleverige “rijstpap”. Als kers op de taart: boter en parmezaan. Geen gemalen parmezaan uit een pakje, maar wel een mooie blok kaas van goede kwaliteit die je zelf raspt. Als ik naar de hemel ga en daar altijd slank blijf, eet ik elke dag risotto!
Ingrediënten voor dit recept
- 250 g risotto rijst
- 80 g sjalot (fijngesnipperd)
- 100 ml witte wijn
- 1 liter heet water + 1 cookmate (20 g) kippenbouillon
- 1 kg witte asperges
- olijfolie
- peper
- grof zout
- 150 g lamsoor
- 60 g boter
- 80 g parmezaan (geraspt)
- 4 zalmfilets
Aan de slag!
- Schil de asperges en snijd het houterig uiteinde eraf.
- Snijd de asperges in stukken en stoof deze beetgaar in olijfolie. Kruid met peper en zout.
- Zet een kookpot op het vuur en stoof de sjalotjes in olijfolie.
- Strooi er de rijst bij en laat deze mee aanstoven tot hij een beetje glazig is.
- Giet de witte wijn over de rijst. Laat even inkoken.
- Belangrijk met risotto is dat je heel het proces (of toch zo vaak mogelijk) zachtjes blijft roeren.
- Giet een geut kippenbouillon bij de risotto en wacht tot deze zo goed als opgenomen is. Herhaal dit proces tot de rijst al dente is. Proef dus regelmatig (het kan zijn dat je nog een beetje bouillon over hebt). Doe de lamsoorblaadjes en asperges bij de hete risotto en laat nog 2 minuten slinken.
- Roer er de boter en parmezaanse kaas onder.
- Bak de zalmfilets saignant en kruid ze met peper en een beetje grof zout.